Aanleiding tot discriminatie.

2565

Met een forse trap hengst ik de kickstarter van de BMW R60 omlaag. Knallend komt de R60 tot leven, plant de pot op mijn hoofd, zonnebril op en het sjaaltje trek ik op tot boven mijn neus. Jan ploft achter me op het kleine racezadeltje achter de lange zwarte polyester tank.
Waar gaan we heen roep ik tegen hem. Laten we eerst even op de camping kijken in Echten roept Jan terug.
De megafoons beginnen te brullen als ik het gas opendraai en de A28 op stuur naar Echten.

Het is 1976, we zijn tegen de 20 en uit op avontuur.

Op de camping in Echten is altijd veel vertier en er staan ook vaak motorrijders op een apart stukje camping. Hierdoor aangetrokken vertoefden we vaak op deze grote camping, zo ook deze zaterdag.

Toen we de motorhoek opreden stond er een groepje tenten bij elkaar en een aantal geshopte motoren. Nieuwsgierig stonden er enkele jongens op en wenkten ons meteen tijdens het voorbijrijden.
Kom erbij jongens riep 1 van hen. Toen we plaats namen in het gras tussen de mannen, ontdekte ik dat het wel een zeer markant groepje was, waar we ons tussen bevonden. Jasjes met veel klinknagels, broekriemen gemaakt van verchroomde distributiekettingen, gummiknuppeltjes en grote dolken lagen her en der verspreid.
Ik keek naar de wat oudere man die de punt van zijn dolk krachtig door een bierdop stak om deze vervolgens met een neergaande beweging van de fles te wippen. Hij reikte me het flesje toe en toonde me een tandeloze glimlach.

Ik liet mijn blik zo eens rondgaan en zag naast me op het tafeltje een bos sleutels liggen met als hanger een afgehakte gedroogde vinger met de nagel er nog op. Die is van mijn overleden maat vertelde de leider van de groep, heb hem gedroogd door hem in zout te leggen, waardoor alle vocht snel werd onttrokken. Daarna heb ik hem 6 maal gelakt, omdat hij niet meer nat mag worden. Ik heb een klein gaatje in het bot geboord op het afgehakte gedeelte en een schilderijhaak ingeschroefd en de ring dichtgebogen.
Ik keek naar de klinknagels in mijn spijkerjas, ik had er zo'n 640 ingeslagen. Hij was er zwaar van geworden maar er hing een jack waar zeker het dubbele aantal in zat.

Gaan jullie vanavond mee naar de feesttent in Westerbork, daar komt de Golden Earing spelen.
Is goed zeiden we en werden toen officieel welkom geheten binnen de motorclub de Glosshelmets. Vroeg in de avond togen we met de hele club richting Westerbork. Jackjes wapperden, de gebruinde armen zaten vol tattoos, dolken in de laarzen en de gummiknuppeltjes slingerden achteloos aan de zij.
Toen we met de hele troep de feesttent binnenliepen, werd het even stil om ons heen. De aanwezigen namen ons langdurig op. Wat is dat voor volk, die vraag was op veel gezichten te lezen.
Maar al gauw ging ieder weer zijn gang, maar mijn intuïtie vertelde me dat men achtzaam werd en voelde meteen dat er iets in de lucht hing. Ik wist toen nog niet wat.

Opeens begon de band te spelen en al gauw kwam de stemming er in en stroomde de dansvloer vol. Ook de clubleden begaven zich op de dansvloer en swingden vrolijk mee. Maar al gauw werd me duidelijk, dat er meer gebeurde dan alleen dansen. De heren staken vaak voetjes uit om de medegasten te teckelen. Dit ging zo een tijdje door en voelde me daar eigenlijk niet zo prettig bij. Het duurde maar even en merkte dat er stiekem werd gefluisterd en men iets aan het uitbroeden was.
Opeens hoorden we een stoel met een klap vallen en een paar tellen later stonden er plotseling een heel stel met klapstoeltjes op een aantal mensen in te beuken. Er werden letterlijk stoelen op de mannen stukgeslagen, terwijl deze op de grond lagen met de handen beschermend om hun hoofd. Met een man of zes tegelijk werd er op de mannen ingeslagen en getrapt. Dit duurde een aantal minuten lang, we waren vol afgrijzen maar wisten natuurlijk dat ze met hun gedrag er min of meer om hadden gevraagd.

De hele troep begaf zich naar buiten en ik ontdekte Kees de leider van de groep bij de toiletwagen. Hij had een revolver getrokken en stond er mee in zijn hand en riep, ik schiet ze kapot, ik schiet ze allemaal kapot. Zijn ogen schoten vuur en ik zag dat hij daar totaal stond door te draaien, dat was wel erg gevaarlijk natuurlijk. Hij leek me niet het type die zoiets zomaar zou doen, maar gezien de situatie werd het wel erg link omdat hij totaal flipte.

Mensen renden schreeuwend weg en meisjes begonnen te gillen. Hij gaat schieten riepen ze, hierdoor werd de situatie nog veel erger en dreigde totaal uit de hand te lopen. Ik moest iets doen en schreeuwde 'Kees' wacht! Hij keek naar me en ik riep tegen hem, Kees doe weg dat ding en pakte zijn hand en duwde die met de revolver voorzichtig onder zijn jack naar zijn binnenzak. Kees, hier maak je alles mee kapot, doe het niet. Hij stond met zijn rug tegen de Keet en ik bleef tegen hem praten. Niemand durfde in de buurt te komen. Hij had zijn hand met de revolver in zijn binnenzak en herhaalde steeds maar weer "ik schiet ze allemaal kapot".

Opeens veranderde de situatie. De inmiddels gealarmeerde politie kwam met een busje het terrein oprijden en de politiemensen sprongen al tijdens het rijden uit het busje en maande het volk tot rust. Al gauw pikten ze de Glosshelmets er uit en arresteerde hen naar ik later begreep voor hun eigen veiligheid.
Kees veranderde plots in een beheerste en rustige jongen. Toen hij in het busje stapte hoorde ik nog iemand roepen, hij heeft een revolver. Toen het spul afgevoerd was, liepen we naar het weiland waar onze motor stond geparkeerd en besloten toch uit solidariteit maar even op het bureau te gaan kijken.

2710

Bij de ingang van het weiland stond een haag van mensen ons op te wachten. Even dacht ik, nu zijn wij aan de beurt, dat wordt knokken. Eenmaal bij de groep aangekomen stapten er 2 grote kerels op klompen op het middenpad en hielden ons aan. Meteen toen we bij ze waren, riep ik in het Drents dialekt of we er even langs konden. Ietwat verbaasd dezelfde taal te horen, stapten ze toch opzij met een blik van: O, die horen er toch geloof ik niet bij en lieten ons door. Dat was wel even een benauwd moment.

Op het bureau aangekomen werden we binnengelaten en al direkt roken we de geur van versgezette koffie en werd er binnen vrolijk gelachen. Toen we de ruimte binnenkwamen waar ieder zich bevond was het een gezellige boel en werd er veel gelachen. Verbaasd keken we rond en hadden nog nooit zoveel blauwe plekken en dichtgetimmerde ogen bij elkaar gezien.
Het leek of het hen niet deerde, waarschijnlijk waren ze het wel gewend om regelmatig op hun donder te krijgen. Ze dachten zeker dat die Borker boertjes een stelletje makke schapen waren.

Die avond brulden de megafoonpijpen van de R60 al vroeg op weg naar Hoogeveen. In Hoogeveen zaten Jan en ik later achter een biertje en keken elkaar eens aan, het moest maar eens afgelopen zijn.
Moesten maar eens wat beter onze vrienden selecteren, het was namelijk niet het eerste akkefietje dat we hadden.

We hoorden later dat enkele jaren voor deze gebeurtenis er een groep motorrijders van een niet zo gewilde club door het dorp was getrokken en tijdens het rijden met kettingen nogal wat hadden rondgemept. Ook tegen mensen en dat de Borkers dit nog lang niet waren vergeten.

Een dag uit het leven van mijn jeugd.

Ik denk dat sommige Borkers bij het lezen van mijn verhaal dit zeker niet zijn vergeten.

De namen van personen en club zijn gefingeerde namen.

JanBMW.


© 2006 Webdesign by Betty Smit.