Hoe het allemaal begon?
Op 28 februari 2009 krijg ik van JanBMW een mailtje dat hij zin heeft om er eens echt tussenuit, is hij wel aan toe. Jan: Samen op 1 motor lijkt me geweldig, om de beurt rijden, kunnen we lekker kletsen onder het rijden en dan een aantal dagen een lange tour maken, zoeken wel een hotelletje voor snachts, hoe lijkt je dat? Ik: Mijn winterlaarzen en winterhandschoenen liggen verdorie op Kos. Maar dan stappen we wat vaker af om foto's te maken en even de voeten te stampen. Het motorpak ligt hier wel en de tanktas. Jan: Ik kan me er wel op verheugen. Zijn er een beetje makkelijk plekken voor de nacht te vinden onderweg? Ik: We vinden vast wel een plek. Ze zijn hier ontzettend gastvrij, zeker ook in de binnenlanden. Het gaat zeker een geweldige week worden, iets om op terug te kijken. Vergeet je camera niet!!! Jan: In mijn hoofd ben ik al bij je, hoop dat het een beetje mooi weer wordt, is het misschien verstandig dat ik mijn helm meeneem? Ik: Ik heb hier nog mijn integraalhelm en mijn schuberth. Denk dat die rooie je wel past. Vizier is er zo af te halen. Beetje goed humeur moet je wel meenemen, maar als je het zonnetje hier ziet, krijg je meteen een smile van oor tot oor. Zonnebril is wel een goed idee. Voor de rest is alles hier wel te krijgen hoor en het kost geen drol. Ik sprak vanmiddag even met de jongens van Noracer hier om de hoek. Of ze ook een betrouwbare verhuurder van motoren wisten. Zij adviseerden om naar Martin te gaan. Even een linkje. Dit zijn zomerprijzen en wij gaan nog op winterprijzen natuurlijk. Voor meer dagen moet er even onderhandeld worden. Ze hebben ook routes zo te zien. Lijkt me wel een strak plan, om met hem in zee te gaan. Jan: Dat humeur hoef je je geen zorgen om te maken , dat is er wel hoor. Als het weer ook nog een beetje meewerkt dan zullen wij ons wel vermaken. Mijn motorjack draag ik gewoon als ik naar schiphol ga. Tof dat ik geen helm mee hoef te nemen. Ik: Je hebt het op de site van Martin vast wel gelezen, je paspoort en je rijbewijs meenemen als je een motor huurt. Jan: Nou, wat mij betreft mag het nu vrijdag worden. Ik: Ik zit ook al reikhalzend naar zaterdag uit te kijken. Lijkt me gewoon geweldig, om samen een avontuur te ondernemen. Ik neem pen en papier mee voor aantekeningen, dan kan er later een verhaal van worden geschreven met de nodige foto's natuurlijk. Jan: Ik zal proberen in het vliegtuig wat te slapen, dan hebben we gelijk de zaterdag al een dag om ff bij te kletsen, kun je me ff iets van de stad laten zien en kunnen we gelijk even kijken naar de geschikte motor, dan kunnen we misschien zondag op tijd vertrekken. Dan op vrijdag de 13de 's-avonds om 9 uur neem ik de bus naar Antalya en stap bij de afslag naar de luchhaven uit. Geen taxi te zien. Ik steek de weg over en hoor een auto achter me toeteren. Een taxi. Hij brengt me naar de lokanta en daar vertoef ik tot smorgens 6 uur. Anders zou Jan zeker een uur moeten wachten op mij, omdat er zo vroeg geen bussen rijden. Wel taxi's, maar dat gaat leuk in de papieren lopen en dat geld gooi ik nog altijd liever in de tank. Zaterdagmorgen loop ik de kilometer naar Terminal 1 en ga door de kontrôle. Eerst maar eens zien of de vlucht hier komt, of 5 kilometer verderop in Terminal 2. Maar ik zie de vlucht er tussen staan, dus dat zit wel goed. Het vliegtuig is vervroegd en omdat Jan alleen maar handbagage bij zich heeft komt hij als eerste naar buiten. We nemen een taxi naar de Alanyada, de grote weg tussen Antalya en Alanya. Daar nemen we een lijnbus naar de busterminal van Alanya. Even gaan we op een bankje zitten te genieten van het zonnetje en een peukje en dan lopen we naar een taxi die ons naar het centrum van Alanya brengt. Bagage op de kamer dumpen en de stad in. |
Klik op een foto voor de vergroting
We gaan vanaf Damlatas bovenlangs naar de Rode Toren (Kizilkule). Je hebt daar onderweg een prachtig uitzicht op de haven. We gaan het terras op bij de Balikçilar, waar we onze lunch gebruiken. Dan lopen we door de haven tot het eind, waar nieuwe beelden staan uit steen. Ieder jaar met het festival in oktober zijn hier een tiental kunstenaars die van een brok steen een kunstwerk maken in één week tijd. Die beelden krijgen later door de hele stad een plaatsje. Dan langs het "gemeentehuis" en het Atatürk monument naar de Atatürk-straat. Daar staan de tulpen al in bloei. De Atatürkstraat is de hoofdstraat door het centrum. Die is altijd makkelijk te vinden. We lopen kris-kras door steegjes met winkeltjes. Dan komen we langs de Moskee en Jan vertelt dat hij nog nooit in een Moskee is geweest. Dat gaan we dan even veranderen. Ik bind mijn haren in een staart en wikkel mijn Pasmina om mijn hoofd. Schoenen uit en dan gaan we naar binnen. Jan is verbaasd over de enorme stilte en staat vol bewondering om zich heen te kijken. Al fluisterend vertel ik hem het één en ander over de gang van zaken in de Moskee. |
We gaan even brood eten op de kamer en dan gaan we naar Martin, om een motor te regelen. We vertellen dat we naar Kapadocië willen rijden. In dat geval wil Martin ons geen motor verhuren, want stel dat er wat gebeurt, dan is het te duur om de motor op te halen. Daar staan we. We lopen door de stad en zien de gele gerestaureerde Jawa staan, waar ik Jan over verteld had, toen hij zijn bewondering uitsprak over het aantal donkerrode Jawa's die er in de stad rijden. We steken de straat over en komen langs een autoverhuurbedrijf. Geen motor, dan maar een 4-wieler. Maar ze zijn al dicht, dus morgen maar kijken of we een auto'tje kunnen huren voor een week. Het is nog vroeg, maar we hebben beide een nacht overgeslagen, dus kunnen de slaap wel gebruiken. |
Na het ontbijt drinken we nog een paar koppen koffie en pakken vast onze spullen die we deze week mee willen nemen. Om 10 uur zal UFO-rent-a-car wel open zal zijn. We kunnen de Ford Focus meekrijgen voor een week. Dan kan ik Jan ook op zaterdag morgen vroeg naar de luchthaven brengen. We moeten gelijk even een glaasje thee mee drinken. Jan drukt gelijk de dagteller op "NUL". We rijden naar de flat en nemen wederom de 99 treden om de spullen te halen en vertrekken in de richting Anamur. Het is prachtig aan de kust en stoppen bij Kargicak om van het uitzicht te genieten. In Anamur missen we de afslag naar Ermenek. We stoppen bij Mamure Kalesi in Bozyazi en maken wat foto's van het kasteel en keren terug naar Anamur. |
Daar gaan we de bergen in. In Ucari stoppen we bij een klein restaurantje en eten een Gözleme en drinken er thee bij. |
We stoppen geregeld om foto's te maken en 's-middags om half 5 stoppen we bij een plek waar veel Turkse mensen zitten te picknicken. Er wordt ons een stukje appel aangeboden, door een jong stel en Raki. Maar dat lijkt ons geen goed plan om alcohol te nuttigen, want we moeten nog rijden. Ze maakt een longdrinkglas met Raki voor een ander klaar. Er komt een hand vol sneeuw in uit een plastic zak. Ik vraag me af waar ze in godsnaam een plastic zak sneeuw vandaan heeft gehaald. Daar komen we snel achter als we onze rit voortzetten voor de laatste 80 km naar Ermenek. Bij Kasyaylasi komen we in de eerste sneeuw. Ik maak filmpjes tot Abanoz. |
Hier staan de huizen op palen, vanwege het smeltwater, maar het dorp lijkt te zijn uitgestorven. Geen sliertje rook uit de schoorstenen en geen hond op straat en het is pas 20 over 5 in de middag. Het lijkt een maanlandschap waar we doorheen rijden. Ook in Akpinar is er geen teken van leven te vinden. Het lijkt net een spookdorp. |
We vervolgen onze weg tot we net na zessen Ermenek inrijden. We stoppen bij de moskee, om het mooie bloem-moetief in de glas-in-lood ramen te fotograferen. In het centrum vragen we naar een hotel. Er schijnt er maar eentje te zijn, het Selçuklu Otel. Op de kamer is het 26 graden en na die kou een verademing. We gaan nog even de stad in om wat te eten en een fles wijn te scoren en natuurlijk foto's te maken. Het is zo'n pitoresk stadje en hier en daar staat me toch oude meuk, geweldig. Wat dat betreft zitten Jan en ik wel op één lijn. |
We drinken de fles wijn op de kamer en gaan slapen, morgen er weer vroeg uit, ontbijten en richting Kapadocië. We hebben volgens de dagteller toch nog 277 km gereden. |
's-Morgens eerst van het uitzicht genieten en een paar foto's maken, want het zonlicht speelt met de bergen. Dat is pas genieten. Bij de auto aangekomen, blijkt dat er eerst gekrabt moet worden, het heeft gevroren. Als we vertrekken willen we eerst de tank maar vol gooien, hij mag dan maar half leeg zijn, het geeft toch meer zelfvertrouwen om met volle tank te vertrekken, want in de bergen heb ik geen benzinestation gezien. We worden gevraagd even een glaasje thee te komen drinken. In gebrekkig Duits kunnen ze zich verstaanbaar maken. We nemen plaats bij een heerlijk snorrend kacheltje. |
We gaan in de richting van Mut en Karaman. Slechts 154 km te gaan en vandaar uit richting Nigde is de planning. We komen voorbij diepe valleien en hoge bergen. In Fakirca vragen we voor de vorm even de weg, gewoon om met lokale bevolking in gesprek te komen. |
Met nog 36 km te gaan naar Karaman komen we weer in de sneeuw terecht. Even over twaalven rijden we Karaman binnen en kiezen voor de richting Eregli. We nemen een verkeerde afslag en zien waarover ik Jan al eerder had verteld: het laden van vrachtwagens met zakken. Je gelooft je ogen niet. Dat moet even op de gevoelige plaat worden vastgelegd. We rijden terug en vinden de goede afslag. |
We komen op een hoogvlakte met een grote leegte tot Aranci. Het sneeuwt lichtjes. Dan wederom een grote leegte en de dagteller staat nog maar op 517 km. Bij Burgerluk worden we aangehouden door de politie, maar we mogen doorrijden. |
Even voorbij Nigde, nog voor Aktas tanken we bij Petrol Ofisi en gaan lunchen met Çorba en brood. Het is 4 uur in de middag en het sneeuwt. We worden steeds dankbaarder naar Martin toe, dat hij ons de motor heeft geweigerd. We gaan richting Nevsehir en hebben nog 93 km te gaan om daar te komen. Bij Gölük lopen er schapen (onder begeleiding) op de straat. Als we dan toch even moeten stoppen, maken we van de nood een deugd en maken een paar foto's. Dan rijden we door Derinkuyu en Kaymakli, waar zich ondergrondse steden bevinden. |
In Çardak zien we de eerste holen. Een paar jongetjes wijzen ons op een moskeetje uit de Selçuktijd (1200 - 1300). We lopen er even heen om foto's te maken, maar het is gesloten. |
We gaan richting Uchisar en Göreme en komen bij het kasteel van Uchisar uit. Er ligt sneeuw hier en het is vreselijk koud. |
We verlaten het kasteel en rijden langs pigeon valley. Hier zijn allemaal gaten in de rotsen uitgehouwen voor de duiven. Daar moeten we even een paar foto's van maken. Duiven symboliseren in de Islam: familie en vrede. In het christendom symbool voor de heilige geest. Een pracht gezicht zo in de late middagzon. Prachtige schaduwen. Wel de mooiste tijd van de dag om foto's te maken. |
Dan rijden we via Ortahisar naar Ürgüp. Onderweg zien we de Üçgüzeller, de drie schoonheden. |
In Ürgüp vragen we naar het Sarniç Otel, maar worden van het kastje naar de muur gestuurd. Onderweg zien we een hele rotswand vol met grotwoningen en in het avondlicht maken we een paar foto's. Dan vragen we bij de benzinepomp van Total of ze ons kunnen vertellen waar het hotel is en worden gelijk in netjes engels op de thee gevraagd. Net zoals we de dag begonnen zijn. We vinden het hotel, boeken voor 2 nachten en gaan de stad in om een fles wijn te scoren. Dat is het voordeel van de digitale camera. Je kunt 's-avonds onder het genot van een glas wijn nog even de foto's bekijken, die je die dag hebt gemaakt. De dagteller geeft 742 km aan. Eens kijken wat het totaal van deze week wordt. Maar we zijn in ieder geval in Kapadocië aangekomen, of zoals de Turken zeggen: Kapadokya. |
De landstreek Kappadocië ligt in centraal Anatolië en wordt beschouwd als een van 's-werelds grootste natuurwonderen. Het beslaat een groot gebied met een oppervlakte van 800 km2, waarin zich de provincies Akseray, Nevsehir, Nigde, Kayseri en Kirsehir bevinden. 's-Morgens om 8 uur ontbijten we in de eetzaal, met een vers gekookt eitje. Eerst de stad in om een nieuw SD-kaartje voor mijn camera te halen, want ik kan nog maar enkele foto's maken. Van daar rijden we een zijstraat in, zo ver als we kunnen en beginnen aan een klim door de vette klei/as. Het klontert onder onze schoenen en er zit maar één ding op, de broekspijpen oprollen. We maken foto's in het vroege ochtendlicht van de prachtige rotsformatie, die zich hier gevormd heeft.
Miljoenen jaren geleden hebben de Erciyes Dagi, de Güllü Dagi en de Hasan Dagi hier hun as en lava uitgestort. Door erosie van smeltwater, regen en wind zijn de vreemdste rotsformaties ontstaan. Doordat de basalt die hier en daar ligt, minder erosiegevoelig is dan de tufsteen er onder, zijn er een soort paddestoel-achtige rotsen ontstaan. |
Vanaf Ürgüp rijden we wederom langs de Üçgüzeller bij Mustafapasa richting Göreme. We gaan even van de weg af, om dat eens rustig te bekijken. |
In Göreme kun je de vallei inrijden en je ziet echt je ogen uit. Hier bevinden zich de rotskerken op een rij. Maar daar moet entree voor worden betaald en we willen een groot gebied bekijken, dus we laten ons niet in met de andere toeristische attracties. We rijden slechts door de vallei tot aan het stadje en rijden dan nog eens heen en terug. |
Net buiten Göreme stoppen we bij een vallei, waar heel veel te zien is van bovenaf en Jan krijgt telefoon, welk mij de gelegenheid geeft om rustig veel foto's te maken. |
Langs de weg fotograferen we de Çavusin church en rijden door naar Avanos. Maar we verlaten even de weg voor een ongeplaveid pad, want we zien prachtige rotsformaties. |
In Avanos is er ook een hele bergwand bewoond geweest. Maar er is meer. We zien de armoedige huisjes waar de mensen ook nu wonen. |
Eerst gaan we naar Pasabagi valley, de monnikkenvallei. |
Hier gaan we rondkijken en beklimmen de trap om in de rotskerk te komen. Daarna gaan we richting Zelve, waar Jan aanschouwt hoe de gözleme wordt gemaakt. We laten ze ons smaken, met een glaasje çay. |
Toch willen we de achterkant van de kerk van Çavusin wel eens bekijken en rijden verder naar het plein. Hier biedt Mehmet Bektas aan om tegen een geringe vergoeding ons een kerk te laten zien, hoog op de rots. We zouden er zelf niet heen geklommen zijn. Maar zijn achteraf blij dat dit ons geboden is. Hij vertelt, dat de rots van Çavusin werd bewoond tot de aardbeving van 1960. Dat er toen 3 doden te betreuren vielen, maar dat sindsdien de rotswoningen onbewoonbaar zijn. |
We vragen Mehmet of hij weet waar we Love valley kunnen vinden. We hebben wel een idee, maar dan moeten we door de natte klei lopen. En inderdaad, dat hadden we goed gegokt, daar is het ook. Door de gesmolten sneeuw is de grond ontzettend nat en wederom worden de broekspijpen opgerold en gaan we ongeveer een kilometer lopen om een blik te werpen in de vallei. Ik krijg telefoon, vanavond worden we verwacht op een Turkse avond in een uitgeholde rots. Heeft de baas even geregeld. De vallei is zeker de moeite waard en we maken dan ook talloze foto's. Daar staan we dan tussen de fallus-symbolen. |
We rijden naar de Aynali church, maar die is al afgesloten. Tussen de tralies door maken we een paar foto's van de fresco-versieringen in de kerk. De Christenen die in de 2-de eeuw Jerusalem verlieten, om vervolging van de Romeinen te voorkomen, kwamen via Antakya (Antioch) en Kayseri (Caesarea) hier in de regio en verschuilden zich in de grotten en onderaardse steden, waarvan de ingangen goed verscholen lagen. Zodat ze niet werden overvallen en geplunderd. Omdat ze zich hier langere tijd schuil moesten houden werden voorraadkamers, wijnkelders en watervoorraden (Cisternen) aangelegd. Maar ook kloosters, kerken en kapellen. Er zouden meer dan 1000 kerken in Kapadocië zijn en aan de hand van de decoraties zijn ze vaak wel te dateren. Sommigen dateren van voor de jaartelling. Vaak waren de steden met elkaar verbonden en gingen tot 10 verdiepingen diep. Er moeten zo'n 400 van die steden geweest zijn, maar de grootste en bekendste is in Derinköy. Kapadocië lag op een strategisch punt aan de handelsroutes, waaronder de zijde-route. Door dit drukke handels verkeer stond het onder invloed van vele historische en culturele invloeden. Maar Kapadocië was niet alleen het land van de heiden en de Christen. Met de intrede van de Islam in Anatolië werd het ook het thuis voor enkele beroemde Moslim-leraren en Filosofen. In de 14de eeuw settelde de mysticus Haci Bektas zich hier en er is zelfs een stad naar hem vernoemd. Hij zette zich in om eenheid te ceeëren tussen de verschillende groeperingen, welk doet denken aan een voorloper van de Mensenrechten-charta van 1948. Ook de dichter Yunus Emre heeft hier jarenlang geleefd. Als we terug komen in het hotel, staat de dagteller op 832 km. |
Dat wordt douchen en verkleden en om 8 uur bij de receptie staan, want de menager brengt ons zelf naar de Turkse avond. We moeten met een taxi terug, maar de menager van de Turkse avond werd ingeseind dat voor ons te regelen. We zien ethnische, regionale en traditionele dansen voorbij komen en aan het eind is er disco. De Turkse muziek wordt door een kwartet verzorgt en bestaat uit een lier, een klarinet, een saz (Turkse soort mandoline) en de Turkse trom. |
De volgende morgen pakken we gelijk onze spullen in voor we naar beneden gaan voor het ontbijt. Na het ontbijt halen we dan ook gelijk de spullen van boven en gaan op pad, richting Alanya. Maar er zijn eerst nog heel wat andere plaatsen waar we langs moeten en we moeten het beroemde Taurusgebergte nog over. |
We gaan langs bij een wegrestaurantje, daarna mag Jan weer rijden. Dan begint de klim door de Taurus en op een gegeven moment ligt er sneeuw op de weg. Jan knijpt hem als een oude dief, want we hebben geen sneeuwkettingen in de auto liggen en de 1400 moter heeft het maar moeilijk om naar boven te klimmen. Maar we redden het en het uitzicht is overweldigend. Wat een prachtig gebergte. De foto's spreken voor zich. Bij Yarpuz breekt de zon even door en schijnt op een wolk boven een dal. Wat een prachtig gezicht. Omdat het nog vroeg is rijden we nog even naar het noorden, naar Manavgat en bezoeken daar de grootste moskee van de regio. Ik heb dan wel niet mijn pashmina bij me, maar draag een vest met capuchon, zo kan het ook. Respekt, daar draait alles om in deze wereld. Even voor Alanya zien we dat de zon bijna onder gaat en dus rijden we naar het Kleopatra-strand om de zon te zien ondergaan en foto's te maken. De dagteller geeft 1388 km aan. |
We zijn terug op de basis en maken plannen voor de volgende dag. Jan wil mijn werkterrein wel eens zien en dus gaan we de volgende morgen na het ontbijt naar Side. Nu ik alleen met Jan ben, wil ik ook wel eens buiten de geijkte paden sneupen, wat er allemaal te zien is. Ik weet dat er nog ergens een paleis, een badhuis en een kerk moet staan. Maar als we langs de plaatsen lopen waar ik met toeristen langs kom, dan vertel ik Jan daar ook over. Hij vind het machtig interessant en we besluiten ook even in het theater te kijken. Met de toeristen loop ik er alleen maar omheen. Ik wil ook wel eens weten wat er allemaal te zien is. Vele stukken zijn afgebakend en het valt nog niet mee om zonder verrekijker op de marmeren platen te onderscheiden, wat voor taferelen er op staan. Voor de rest is het een theater, met bijzondere akoustiek. Alhoewel het theater werd gebouwd in de stijl van het Collosseum in Rome, omdat hier een natuurlijke heuvel ontbrak. Daardoor is het uniek in het Middellandse zeegebied. Andere theaters zijn gebouwd volgens de Hellenistische methode, tegen een heuvel. Ook was hier destijds een muurtje rond het orkest gebouwd, zoals in andere theaters. Niet alleen om het publiek te beschermen tegen de wilde dierenshows en gladiator-gevechten, maar hier hadden ze de buitenkant van het muurtje waterdicht gemaakt, zodat ze het orkest konden vullen met water, om gehele zeeslagen met kleinere boten na te spelen. Hoe bedoel je, entertainment. In de middeleeuwen werd het theater als (openlucht-)kerk gebruikt. |
Als we zo'n beetje zijn uitgekeken vertrekken we richting Antalya en nemen de afslag naar Aspendos. We stoppen bij de Belkis-brug. De brug met de zig-zag er in. De oude fundamenten die destijds door de Romeinen zijn gebouwd, zijn nog steeds te onderscheiden. Door een aardbeving is de brug ingestort, ten tijde dat ook het aquadukt het begaf. Er zijn stenen buizen in de fundering gevonden, die in het aquadukt moeten hebben gezeten. Ze liggen nog op de kant en ik wijs ze Jan even aan. Gewoon blokken met een gat er in met een flens er aan. Die werden destijds aan elkaar vastgelijmd met een papje van kalksteen en olijfolie. Als dat in kontakt komt met water, zet het uit en wordt hard en kan zelfs waterdruk doorstaan. Ik hoorde van een Nederlandse toerist dat ze tegenwoordig calciumcarbonaat en olie gebruiken om fonteinen mee te repareren, want ze hebben nog steeds geen beter produkt gevonden. Die Romeinen waren zo gek nog niet. Maar goed, we dwalen af. Ergens in 1200-zoveel moet de brug weer zijn ingestort en dit keer werd hij hersteld door de Seltsjoeken en die hadden het bijgeloof, dat over een rechte brug de duivel je kon zien aankomen. Dus werd er een zig-zag in de brug gebouwd. De brug ligt over de Kopru-rivier, in de oudheid beter bekend als de Eurymedon-rivier. Aspendos lag aan deze rivier, 16 km landinwaarts. Het had een levendige handel in zout, wol en olie. De rivier was destijds bevaarbaar tot aan Aspendos. De stad beschikte over voldoende regenwater dat in cisternen was opgeslagen en had een natuurlijke bron. Naarmate de stad en de levens-standaard groeide, was er meer water nodig en toen de Romeinen de stad overnamen, werd er ook een aquadukt gebouwd. Het water kwam uit 2 bronnen in het Taurusgebergte en werd over een lengte van 17 kilometer naar de stad vervoerd. Er werden tunnels door rotsen en vaste grond gegraven met hier en daar lucht- en licht-openingen en in de dalen werd de goot met water ondersteund door bogen (venter). Tot 1,7 km voor de stad werd dit water zo vervoerd. Er wordt verondersteld dat het aquadukt gebouwd is in de eerste helft van de 2de eeuw. Het bestond uit verscheidene tunnels en bruggen. De goot op zich had een afmeting van 55-60 cm en was aan de binnenkant iets van 90 cm diep. De laatste 1,7 km tussen de heuvels ten noorden en de akropolis was een komplexe kombinatie van stukken waarbij het water omhoog moest worden gebracht. Het meest in het oog springend zijn 2 massieve water-torens. De verste toren staat in een hoek van 175 graden. Er wordt aangenomen dat in het midden van de toren, bovenin, een grote open watertank zat. Er werd met een omgekeerde siphon gewerkt, in de vorm van een "U". Als je aan de ene kant er water in laat lopen, staat het aan de andere kant hoger. De venter (bogen van 15 meter hoog) bracht het water over iets meer dan 900 meter naar de 2de toren die in een hoek van 125 graden is gebouwd. Dit gedeelte van het aquadukt is 5,5 meter breed en archeologen geloven dat het destijds ook als weg is gebruikt als de grond in de vallei moerassig was. Tegenwoordig staan de torens 30 meter boven het maaiveld. Maar gedurende archeologisch onderzoek in 1996, toen de siphons werden gevonden van de hoofdtank naar de "ontvanger"-tank, is berekend dat de torens in het verleden ongeveer 40 meter hoog moeten zijn geweest. Dat maakt dat deze torens tot de hoogste Romeinse konstrukties behoren. Ter vergelijking: het aquadukt bij Pont du Gard is 48.77 meter hoog. |
We rijden aan het theater van Aspendos voorbij en gaan een kijkje nemen bij één van de torens van het aquadukt. |
Op de terugweg staat er nogal wat wind en de Middelllandse zee is nogal woest. Dat willen we toch even bekijken zonder nat te worden. Eerst stoppen we net voor Hotel Incekum. Daar is te zien hoe ver de zee het strand op komt. Even voor Alanya zien we de golven op de rotsen uiteenspatten bij de vissershaven en hebben er een prachtig uitzicht op. Dus parkeren we de auto en stappen uit en blijven we er even naar kijken alvorens naar de basis terug te keren. Inmiddels hebben we volgens de dagteller 1577 km gereden. |
Vrijdags is er de bazaar. Daar gaan we s'-morgens even kijken. 's-Middags gaan we even langs een paar BMW-dealers. Jan wil weten wat hier de onderdelen kosten. Maar ook hier heeft het internet de markt verpest. Het is hier nog duurder dan in Nederland vanwege de schaarste. Jan laat een link achter van de hobbyist. Dan gaan we nog even de bergen in en gaan nog even op een rots van de zon genieten, terwijl we bijkletsen. We komen langs een stuwdam in de Dimçay, ontdekken watervalletjes. Zien ouwe meuk. Terwijl we genieten van het uitzicht op één van de valleien, komt er een gemotoriseerd wapperend stuk plastic aangereden. Als de man voorbij is gereden, zien we dat hij het stuk plastic met een dubbele knoop in zijn nek heeft vastgemaakt. |
We gaan een vissie scoren bij één van de terrasjes langs de Dimçayi en zien de bewuste motor staan. Jan maakt een foto voor het nageslacht. We zijn de enigste gasten zo te zien en ze zijn nog druk aan het werk. Afgelopen zomer was de stuwdam nog open en toen het ging regenen steeg het water met slechts 4 meter in een mum van tijd. Alles is toen stuk geslagen. We laten het forelletje goed smaken. Als we weer op de kustweg zijn, gaat de zon bijna onder. We stoppen bij Oba langs de weg en maken een paar plaatjes. Tot zo ver staan er 1670 km op de dagteller. Morgen vroeg gaat de wekker om 6 uur. Vlug aankleden en rijden naar de luchthaven. De week zit er al weer op. |
Nadat ik Jan heb afgezet ga ik nog langs het theater van Aspendos. Ik ben er slechts 1x binnen geweest en was een vraagbaak voor de toeristen, nu kan ik er eens in mijn eentje rondsneupen en die dingen ontdekken die ik mijn toeristen vertel tijdens de toeren. Daarna ga ik de oude stad van Aspendos op de heuvel verkennen en breng er een hele tijd door, al fotograferend. Op de terugweg ga ik in Konakli even langs het reisburootje waar ik afgelopen jaar wel eens mee hielp. Yasar is blij me te zien en we kletsen een uurtje onder het genot van koffie. Ik neem de baas nog even mee op een ritje in de auto en dan rijd ik in mijn uppie nog even naar het kasteel op de rots. Dan is de tank bijna leeg en breng ik de auto terug naar UFO-rent-a-car. De dagteller geeft 1975 km aan. |
Terug naar Boven
© 2009 Webdesign van Betty Smit.